De Redactie

Macht en Misbruik in het Boeddhisme Deel 3: Hoe Nu Verder

Macht en Misbruik in het Boeddhisme Deel 3: Hoe Nu Verder

Op 1 februari 2020 organiseerde de Vrije Universiteit (VU) Amsterdam in samenspraak met de Boeddhistische Unie Nederland (BUN) een studiedag over macht en misbruik in het boeddhisme.

Wij doen in drie delen verslag van deze dag:

  • In dit derde deel doen wij naar aanleiding van wat we hebben geleerd enkele voorstellen hoe verder te gaan.
  • In deel 1 deden wij verslag van onze voorbereiding op de studiedag, waarin wij kijken naar enkele gevallen van misbruik in Nederland, wat ons daarbij is opgevallen en onze reactie daarop.
  • In deel 2 deden wij verslag van onze ervaringen tijdens de studiedag zelf.

In deel 2 hebben wij ons zeer kritisch geuit in de richting van het BUN-bestuur. Wij zijn ook erg geschrokken van de gang van zaken en zijn van mening dat de organisatie en uitvoering van deze dag anders had kunnen en moeten gaan.

Wij beseffen ons goed dat deze teksten bij sommigen hard binnen zullen komen. Toch vinden wij het belangrijk dat volledig open kaart wordt gespeeld.

Als we samen blijven werken vanuit halve waarheden en toedekkende zachte woorden dan komen wij niet tot de kern, niet tot volledige openheid en transparantie waar vanuit een vertrouwen kan groeien dat de waarheid nooit ondergeschikt raakt aan het belang van een individu, waar vanuit kritische externe stemmen serieus worden genomen ook al zeggen ze dingen die je niet wilt horen.

Wij voelen een diepe compassie naar alle slachtoffers en mensen die in verwarring worden achtergelaten en het pad van de Boeddha gedesillusioneerd verlaten, en koesteren de diepe wens dat het boeddhisme, volgens welke stroming dan ook, nog lang in Nederland beoefend kan worden.

Daarom zijn wij kritisch. Het is echter makkelijk om enkel kritiek te hebben. Probeer er zelf maar eens aan te gaan staan om als bestuur van een vereniging van verschillende groepen uit verschillende boeddhistische stromingen een gemeenschapsgevoel te creëren en een manier te vinden om gezamenlijk op te treden tegen machtsmisbruik en seksueel misbruik.

Met de naweeën van deze dag lijkt een kritiek moment te zijn aangebroken om naar de toekomst te blikken en stappen te zetten. Stappen in het proces om verzekerd te zijn van een veilige omgeving waarin de Dhamma beoefend kan worden en deze op die manier in al haar schoonheid behouden kan worden.

Wij zouden het daarom op prijs stellen als er een aparte bijeenkomst wordt georganiseerd om deze dag te evalueren dan wel dat dit onderwerp als eerste (en zo nodig enige) punt op de agenda staat van de eerstvolgende ALV en dat er pas een volgend onderwerp aan de orde komt als deze dag naar tevredenheid is geëvalueerd. We merkten dat meerdere leden van de aanwezige sangha’s hier ook voor voelden.

Als voorschot op deze bijeenkomst geven wij hieronder een kort overzicht van wat er al is gedaan en enkele suggesties van stappen die nog genomen zouden kunnen worden.

Wat de BUN tot nu toe Heeft Gedaan

Allereerst willen wij nogmaals onze waardering uitspreken voor het initiatief van het huidige BUN-bestuur om deze dag te laten organiseren. Het was al met al een waardevolle bijeenkomst.

Het organiseren van deze dag is echter niet het enige dat het huidige bestuur heeft gedaan om een bijdrage te leveren aan het verbeteren van de veiligheid van boeddhisten in Nederland.

Sinds het publiekelijk uitkomen van het eerste grote misbruikschandaal binnen het boeddhisme in Nederland in 2015 (de casus Mettavihari) heeft de BUN onder leiding van Michael Ritman enkele stappen ondernomen:

  • In 2017 werd een vertrouwenspersoon aangesteld.
  • In 2018 werd vastgelegd dat alle leden binnen twee jaar een ethische gedragscode op hun website moeten hebben gepubliceerd, en binnen 6 maanden op hun website naar de externe vertrouwenspersoon van de BUN moeten verwijzen.
  • In april 2019 hadden 25 van de 45 leden zowel een ethische gedragscode als een verwijzing naar de externe vertrouwenspersoon op hun site gepubliceerd. De leden die nog niet aan de eisen voldeden zijn hierop aangesproken en de verwachting is dat het doel uit 2018 zal worden behaald.
  • Na afloop van deze dag concludeerde het BUN-bestuur dat ook zij een eigen ethische code zouden moeten opstellen.

Enkele Aanvullende Suggesties

Allereerst is het tijdens de BUN-dag niet gelukt om slachtoffers een podium te geven en bleek Rob Hogendoorn als meest bekende externe kritische stem afwezig te zijn. Het lijkt ons een mooi begin om zowel Rob Hogendoorn als Oane Bijlsma alsnog tijdens de komende ALV uit te nodigen om hun verhaal alsnog te kunnen horen.

Daarnaast geven wij graag enkele suggesties ter discussie als aanvulling op de ethische code en de vertrouwenspersoon. De punten dienen er voornamelijk voor om de transparantie van wat er binnen elke ledenorganisatie gaande is te vergroten, de verantwoordelijkheid niet af te schuiven op het bestuur maar die zelf te dragen, en de kwaliteit van leraren en op die manier het Dhamma-onderricht te vergroten:

  1. De BUN draagt als overkoepelende vereniging helder en duidelijk uit dat seksueel contact tussen leraar en leerling niet kan en zelfs strafbaar is.
  2. De BUN stimuleert slachtoffers van misbruik aangifte te doen. Het BUN-bestuur besluit nooit zelfstandig in welk geval er wel/niet sprake is van misbruik.
  3. De BUN stelt minimale eisen aan de ethische gedragscode van ledenorganisaties, met name het onder (1) genoemde punt dient duidelijk in alle ethische gedragscodes te worden opgenomen waarbij er geen uitzondering kan worden gemaakt voor de hoogste leraar.
  4. Ledenorganisaties nemen in de statuten op dat er bij melding van seksueel misbruik aangifte wordt gedaan tegen de pleger.
  5. De vertrouwenspersoon rapporteert een keer per jaar aan de ALV hoeveel meldingen er zijn gedaan en wat hiermee is gebeurd, en dan met name of er aangifte is gedaan.
  6. Kritische geluiden van journalisten en andere externe bronnen worden altijd serieus genomen. Nieuwe bevindingen/beschuldigingen worden tijdens de ALV actief en open gedeeld met alle ledenorganisaties, eventuele verwijzingen naar artikelen worden ter voorbereiding op de ALV meegestuurd.
  7. Bij grootschalige misstanden binnen een ledenorganisatie die openbaar bekend worden wordt dit direct op de website van de BUN vermeld onder het ‘nieuws’ item en actief gedeeld met de besturen van de andere ledenorganisaties. Hier moet dan wel een gedeeld protocol voor opgesteld worden zodat vastgesteld wordt wat grootschalig inhoudt, er voldoende waarheidsvinding is uitgevoerd en dat niet alleen een eerste verdenking tot dit soort publicaties leidt. De ledenorganisatie waarbinnen het misbruik plaatsvond wordt tot nadere orde van de BUN-website verwijderd en verliest direct het stemrecht binnen de BUN. Deze maatregelen gelden totdat de desbetreffende organisatie veranderingen heeft getroffen die tijdens een ALV door twee-derde van de overige BUN-leden (niet het bestuur) als voldoende worden aangemerkt. De BUN stimuleert in de tussentijd leden van de betreffende organisatie contact op te laten nemen met de externe vertrouwenspersoon.
  8. De BUN richt een onafhankelijk platform voor het behoud van de kwaliteit van boeddhistische leraren op en draagt het belang hiervan duidelijk uit. Voor leraren die zich bij dit platform aansluiten geldt het volgende:
    • Zij hebben de toekenning/toestemming ten aanzien van het leraarschap van ten minste één leraar gekregen die zich niet schuldig heeft gemaakt aan seksueel misbruik, of voortkomt uit een lijn waarin misbruik heeft gespeeld.
    • Zij bieden het meditatie-onderricht niet tegen betaling aan anders dan via een vrijwillige donatie of een minimale bijdrage voor de kosten van de zaalhuur.
    • Zij benadrukken op persoonlijk niveau dat seksueel contact tussen leraar en leerling niet is toegestaan en bij wet strafbaar is.
    • Zij leveren inspanning om zich aan de vijf morele leefregels voor leken te houden die de Boeddha opstelde. Verdergaande geloftes gelden altijd als toevoeging maar zijn niet plaatsvervangend.
    • Zij hebben bij elkaar opgeteld minimaal 6 maanden doorgebracht op meditatie retraites, waarvan ten minste drie keer drie weken of langer.
    • Ten minste één keer per jaar vindt intervisie plaats, waarin leraren in kleine groepen onderling met elkaar in gesprek gaan over wat zij tegenkomen in de praktijk en hoe zij hiermee om gaan.
    • Ten minste één keer per jaar worden de leraren en hun meditatiegroepen gevisiteerd door twee externe leraren. Hierbij wordt een meditatiesessie mee gedaan en willekeurig met enkele leerlingen gesproken over het gedrag van de leraar, uiteraard niet in het bijzijn van de leraar of van andere leerlingen, alsmede de ervaringen die ze hebben opgedaan tijdens retraites met de leraar. Bij twijfel over het gedrag van de leraar wordt hierover een melding gedaan bij de externe vertrouwenspersoon. Bovenstaande dient er voornamelijk voor om de transparantie van wat er binnen elke ledenorganisatie gaande is te vergroten, de verantwoordelijkheid niet af te schuiven op het bestuur maar die zelf te dragen, en de kwaliteit van leraren en op die manier het Dhamma-onderricht te vergroten.

Wij verwachten dat deze punten bijdragen aan een veilige en verdiepende beoefening van het boeddhisme in Nederland.


Mocht je naar aanleiding van deze tekst vragen of opmerking hebben, neem dan contact met ons op. Voor een volledig beeld raden wij het aan om alle teksten over deze dag te lezen. In deel 1 stonden wij stil bij de voorbereiding, wat ons daarbij is opgevallen en onze reactie daarop, In deel 2 kun je onze ervaringen tijdens de dag zelf lezen.



Wil je beginnen met mediteren of ben je op zoek naar meer verdieping?
Wij bieden persoonlijke begeleiding, volledig op donatie basis.

Gratis Meditatiecursus

Je moet zelf de inspanning leveren, de Boeddhas wijzen slechts de weg

Boeddha, Dhp 276